Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En al het heir der hemelen zal [10]uitteren, en de hemelen zullen [11]toegerold worden, gelijk een boek, en al [12]hun heir zal afvallen, gelijk een blad van den wijnstok afvalt, en gelijk [een vijg] afvalt van den vijgeboom. 10. Dat is, smelten, verwelken. De zin is: De mensen zullen vanwege de uitvoering dezer oordelen Gods alzo ontsteld en verbaasd zijn, alsof het leger des hemels, te weten zon, maan en sterren, zouden vergaan of omgekeerd worden. 11. Dit moet men verstaan naar de wijze, die eertijds bij de Joden en andere natien gebruikelijk is geweest, die op lange bladen van perkament schreven, die zij dan oprolden. Zie hfdst.8 vs.1. 12. Te weten het heir der hemelen.